Lord Byron dichtte: ‘But I have lived and have not lived in vain: My mind may lose its force, my blood its fire, And my frame perish even in conquering pain; But there is that within me which shall tire Torture and Time and breathe when I expire.’ Kunstschilder Nick Andrews wil in vorm en kleur de ziel der dingen vinden. Dat is zijn levenselixir. Naar aanleiding van zijn expo in de Warande in Turnhout schreef Ewald een beschouwing bij zijn werk. >> Lees dit artikel uit 1oo% EXPO.
Pieter De Mets over Rik Wouters en de moderne -ismen
Met ‘De Modernen. Kunst in de Groote Oorlog’ illustreerden het KMSKA, Provincie Antwerpen, het Letterenhuis en het Provinciaal Museum Emile Verhaeren hoe de schok van WOI voelbaar is in de kunst en literatuur uit die periode. Naar aanleiding van de expo schreef Dennis een blogbericht waarin hij – door de ogen van Pieter De Mets – kijkt naar de artistieke vernieuwing in Nederland anno 1916.
Het zwarte gat van de kunst // Over Koen Broucke en Jan Cockx
Koen Broucke is historicus en kunstenaar. In zijn oeuvre gaat historisch onderzoek naadloos over in de productie van beeldend werk en omgekeerd. Zijn uitgesproken interesse in kunstenaarsbiografieën leidde onder meer tot een onderzoek naar crisissituaties bij kunstenaars. Broucke koos daarbij niet voor de gekende kunsthistorische feiten, maar bracht bijna verdwenen documenten en vertellingen onder de aandacht. Zo reconstrueerde hij, aan de hand van teruggevonden zwart-witfoto’s, het tragische leven van Jan Cockx. Voor de expo ‘Nabeeld. Koen Broucke – Jan Cockx – Vincent van Gogh’ in FeliXart in 2014 schreef Dennis een catalogustekst over Broucke en Cockx. >> Lees de bijdrage.
De strakke stadswoning, de villa met zwemkom en het hutje op de heide
Kort na de Eerste Wereldoorlog stelt Edward Léonard, architect en broer van kunstschilder Jos Léonard, vast dat de evolutie naar een moderne bouwkunst in Vlaanderen traag verloopt en zich nog steeds slechts uit bij enkelingen. Daarbij onderscheidt hij twee richtingen: de rationele en de regionalistische. In het kader van de tentoonstelling ‘Kunstenaarswoningen uit het interbellum’ in het Albert Van Dyck Museum in Schilde schreven Dennis en Ewald een uitvoerige catalogustekst over de kunstenaars die zich tussen 1918 en 194o een modernistische onderkomen lieten bouwen.