Een onopvallend poortje in een onopvallend eeuwenoude gevel. Erachter een lange trap die leidt naar een ruime binnenplaats, overwelfd met de geur van citroenbomen rond Pasen. Een licht grijzende ober met strik glijdt van tafel naar tafel, tussen de vingers van beide handen een tros wijnglazen. Bij het begin van zijn ronde minstens twintig in totaal. Aan elke met zorg gedekte tafel laat hij er behendig en met zonnige zwier enkele vantussen glijden. Het zijn de opgeblonken kelken van zijn gastvrijheid, klankschalen van vertier, vergaarbakken van vibrerende herinneringen die een hele avond gevuld en geledigd en weer gevuld en ook weer geledigd zullen worden. Met argumenten, tegenargumenten en vast ook wel wat gefluisterde liefdesverklaringen. Om uiteindelijk uitgeput in de vergetele roes van de nacht over te lopen. Elke avond opnieuw, behalve maandag.
>> Klik op de titel voor deze tekst (uit de reeks ‘Woord verklaard’, 1oo% EXPO)