zeefdruk op 75 exemplaren, ter gelegenheid van de expo ‘Dynamieker, ultramodernist, denkend kunstenaar. De experimentele jaren van Floris Jespers’ (26.o9-11.11.2o17) // gesigneerd € 2o Had in 1917 de titel van stadsdichter al bestaan, Paul van Ostaijen was er de geknipte kandidaat voor geweest. De jonge Antwerpse dichter en kunstcriticus had een jaar eerder zijn debuut gemaakt in de Nederlandse letteren, en dat was niet onopgemerkt gebleven. Met Music-hall had Van Ostaijen zich gepositioneerd als een eigentijdse kunstenaar. De bundel kan worden gezien als een eerste poging om de stad – en daarmee meteen ook de moderne tijd – te introduceren in een Vlaamse cultuur die zich tot dusver, onder invloed van de Vlaamse Beweging, vooral had toegespitst op een ietwat romantisch cultiveren van de zogenaamd door de moderniteit onaangeroerde moedergrond. KUIF In 2017 schreef Antwerps stadsdichter Maarten Inghels het gedicht KUIF bij het pas door Walden ontdekte portret van Paul van Ostaijen, gemaakt door zijn goede vriend Floris Jespers. De tekst werd opgenomen in een gezeefdrukte editie van dit portret, in een gesigneerde oplage van 75 exemplaren. Van Ostaijen kwam vaak in het atelier van Flor. Alleen al in de jaren 1917-1918 zijn zijn bezoeken minstens drie keer fotografisch vastgelegd. ‘Telkens draagt de dichter zijn scheiding naar rechts, zoals op vrijwel alle foto’s voor de Berlijnse periode. Vanaf die tijd begon hij zijn haar naar achteren te kammen. Toch is er een korte periode geweest dat Van Ostaijen geprobeerd moet hebben het over een andere boeg te gooien. Toen hij eind 1917, begin 1918 poseerde voor Prosper de Troyer registreerde ook deze schilder een scheiding naar links.’ Portret Met dit portret vereeuwigt Floris Jespers meteen ook de uitvinding van de historische avant-garde in Vlaanderen op papier. De Antwerpse dichter en kunstcriticus had zich in 1917 immers tot de geestelijke leider van een Vlaamse voorhoede gekroond. Van Ostaijen was zonder meer het verst doorgestoten in zijn verkenning van fauvisme, futurisme, expressionisme en kubisme. De dandyeske dichter wordt door Jespers geportretteerd als ‘een denkend kunstenaar’. Aan tafel zit een vastberaden jonge schrijver die Vlaanderen met zijn kennis over de moderne tegenbewegingen wil gidsen naar een nieuwe cultuur. Jespers verwezenlijkt in dit portret wat Paul van Ostaijen in 1917 aan zijn artistieke discipelen voorschreef: het overdrijven van de essentiële eigenschap en het afzweren van een gedetailleerde uitwerking. Meer over dit portret in deze uitgave van het Paul van Ostaijen Genootschap, eveneens te verkrijgen bij Walden.
Maarten Inghels & Walden // KUIF
Maarten Inghels & Walden // KUIF // 2o17 // 55 x 73 cm